Het leefloon is een basisinkomen als u geen inkomen of een te laag inkomen heeft.

Om recht te hebben op een equivalent leefloon, zijn er bepaalde voorwaarden.

  • u bent meerderjarig (= 18 jaar of ouder) of u bent door huwelijk meerderjarig verklaard, u heeft kind(eren) ten laste of u bent in verwachting;
  • u beschikt niet over voldoende inkomsten, u kan er geen aanspraak op maken en u bent niet in staat ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen;
  • u bent bereid om te werken, tenzij dat niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid,
  • u heeft eerst uw recht op andere mogelijke sociale uitkeringen (werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage ...) gebruikt. U moet het equivalent leefloon beschouwen als een laatste toevlucht.
  • Identiteitskaart
  • Bewijzen van uw bestaansmiddelen: bewijzen van actuele inkomsten van alle gezinsleden, overzicht van uw spaargelden en van de mensen waarmee u samenwoont.

U vraagt het equivalent leefloon aan bij het Sociaal Huis.

Het bedrag waarop u recht heeft, wordt bepaald op basis van uw familiale toestand. Er bestaan drie categorieën:

  • Als u met iemand samenwoont met wie u de uitgaven voor het huishouden (huur, energie, ...) deelt, wordt u beschouwd als “samenwonende”.  Dat moet niet noodzakelijk met uw partner zijn.
  • Als u alleen woont, wordt u beschouwd als een “alleenstaande”.
  • Als u minstens één minderjarig kind ten laste heeft, wordt u beschouwd als “samenwonend met gezinslast”.

Het bedrag hangt af van de categorie waartoe u behoort.